Dag 1
God scheidde licht en duisternis. Het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht.
Dag 2
God schiep het hemelgewelf, het uitspansel, dat de watermassa onder het gewelf scheidde van het water erboven.
Dag 3
God liet het water samenvloeien. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee.
Voorts liet God zaadvormende planten en bomen ontkiemen.
Voorts liet God zaadvormende planten en bomen ontkiemen.
Dag 4
God schiep de lichten aan het hemelgewelf, zon, maan en sterren als markering voor seizoenen, dagen en jaren. Het grote licht (de zon) om over de dag te heersen, het kleine (de maan) om over de nacht te heersen.
Dag 5
God liet het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde liet hij vogels vliegen. En God zegende hen, opdat de vogels en de vissen talrijk zouden worden.
Dag 6
God schiep de landdieren: het vee, kruipende dieren en wilde dieren. Vervolgens besloot God de mens te maken, naar zijn evenbeeld, om heerschappij te voeren over alle andere schepselen.
God schiep eerst de mens (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen). Hij zegende ze met de woorden, "Wees vruchtbaar en word talrijk" en heers over de vissen, vogels en alle dieren die op aarde rondkruipen.
God schiep eerst de mens (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen). Hij zegende ze met de woorden, "Wees vruchtbaar en word talrijk" en heers over de vissen, vogels en alle dieren die op aarde rondkruipen.
Dag 7
God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht.
Dit is de geschiedenis van het ontstaan van de hemel en de aarde, zoals ze geschapen zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten